De Refter heeft een eigen moestuin. De werkzaamheden die in de moestuin plaats vinden worden gedaan als vrijwilligerswerk, in de juiste Refter-terminologie: betrokkenheid. De groep mensen die voor de Refter-moestuin het werk doen zijn verenigd in een deelgroep. De naam van de moestuingroep is ’t Peultje. Het doel van de moestuingroep is om binnen de beperkte mogelijkheden van de moestuin op biologische wijze groenten te kweken.
Ook voor een deelgroep als ’t Peultje geldt: Betrokkenheid lever je niet alleen voor jezelf of voor je vrienden, maar voor alle betrokkenen van de Refter. Het doel is dan ook producten te kweken die hier niet alleen goed groeien maar ook beantwoorden aan wat onze betrokkenen willen eten. Betrokkenheid is een fundament van de Refter. Zoals we van elkaar verwachten dat op basis van betrokkenheid er op de Refter een goed financieel beleid wordt gevoerd en er goed bestuurd wordt, zo mogen we verwachten dat een deelgroep als de moestuingroep ook goede producten voor de betrokkenen levert.
De producten verkopen we tegen sterk gereduceerd tarief aan de betrokken van de Refter. Van de opbrengst kunnen we het zaad- en pootgoed aanschaffen, mest ophalen, de huur betalen van ons gereedschaphok, het gereedschap zelf en materialen als gaas en palen. Verder maken we kosten voor onze watervoorziening.
De tuin is bij lange na niet groot genoeg om te kunnen voorzien in voldoende voedselaanbod voor alle betrokkenen van de Refter. Maar in het warmere seizoen kunnen we wel een gedeelte van onze behoeftes aanvullen met wat de tuin voortbrengt. Dit betekent echter niet dat de zorgen van de moestuingroep voor de tuin in de koude periode achterwege kunnen blijven. Een moestuin is een vorm van een cultuurlandschap. Een tuin zonder zorg wordt vanzelf natuur. Ook mooi, maar dat beantwoordt niet aan de doelstelling of de verwachtingen van ’t Peultje.